Opdracht 3.1
Door middel van een solvabiliteit kan een bedrijf of een organisatie achterhalen hoe financieel gezond het bedrijf is. Solvabiliteit is net als rentabiliteit en liquiditeit een van de financiële ratio’s, getallen die je uitrekent om te zien hoe men zijn of haar bedrijf er voorstaat.
De solvabiliteitsratio kan men berekenen met gegevens uit de balans. Er zijn verschillende manieren om de solvabiliteit te berekenen. Dit is een van de meest gebruikte:
Solvabiliteit = eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen (= eigen vermogen, kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen), vermenigvuldigd met 100 procent.
Om aan te geven of het bedrijf gezond is, moet de solvabiliteit minstens 25 tot 40 procent zijn. Dit minimum is afhankelijk van in hoeverre de bezittingen direct verkocht zouden kunnen worden. Het minimale percentage om goed te zitten is ook afhankelijk van de branche en de ondernemingsvorm.
De grootste concurrent van Heineken op het gebied van bierbrouwerij is SABMiller. Door de fusie van SABMiller en Ab Inbev hebben de beide organisatie de biermarkt veroverd en hebben zij een groot marktaandeel gekregen waarin zij actief zijn als Sab inbev.
SABMiller had in maart 2015 bijna 10.5 miljard netto financiële schulden aan het eind van het boekjaar van 2015. AB InBev had in tegendeel tot SABMIller 44,5 miljard dollar in eind juni 2015. De uitbetaling in cash van de SABMiller-aandeelhouders betekent nog eens 73 miljard dollar extra. Hiermee zou de financiële schuldenlast oplopen tot 128 miljard dollar. Het eigenvermogen bedraagt 35 miljard dollar. Hierdoor bedraagt de solvabiliteit 27,34%.
Als men de solvabiliteit van SabMiller en Heineken van jaar 2015 gaat vergelijken, dan valt het op dat de solvalbiiteitprecentage van Heineken aan de hoge kant is. solvabiliteitspercentage van SABMiller is namelijk; 27,34% en die van Heineken is 35,89%
Er is een verschil van 8,55 procent. Geconcludeerd kan worden dat SABMiller beter in staat is om op zowel kort als op lange termijn schulden te kunnen voldoen.
De debt ratio is een ander mogelijkheid om de solvabiliteit Heineken te berekenen, echter de vuistregel voor deze berekening geldt dat het maximaal 80% moet zijn
Opdracht 3.2
Om de liquiditeit van Heineken te berekenen hebben wij gekozen voor de statische liquiditeit. De statische liquiditeit geeft aan of een bedrijf zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Hier word gekeken naar de vlottende activa, omdat je deze activa in relatief korte tijd kunt innen. Je kunt dit op drie verschillende manieren doen.
- Current ratio
- Quick ratio
- Netto werkkapitaal
Voor het berekenen van de liquiditeit is gebruik gemaakt van de cijfers van de jaarrekening over 2015.
Current ratio (vlottende activa gedeeld door kort vreemd vermogen):
Het totaal aan vlottende activa per 31 december 2015 was: € 5.914.000.000
Het kort vreemd vermogen per 31 december 2015 betrof: € 8.515.000.000
Current ratio: 5.914.000.000 = 0,69
8.515.000.000
Quick ratio (vlottende activa – voorraad gedeeld door kort vreemd vermogen):
Vlottende activa – voorraad: 5.914.000.000 – 1.702.000.000 = €4.212.000.000
Kort vreemd vermogen: 8.515.000.000 euro
Quick ratio: 5.914.000.000 – 1.702.000.000 = 0,49
8.515.000.000
Netto werkkapitaal (Vlottende activa minus kort vreemd vermogen): Hiermee zie je precies hoeveel geld je overhoudt nadat je aan je betalingsverplichtingen hebt voldaan
Netto werkkapitaal: 5.914.000.000 – 8.515.000.000 = €-2.601.000.000
Uit de ratio’s en het netto werkkapitaal blijkt dat de liquiditeit van Heineken niet goed genoeg is. Wel is er een opvallende post in het kort vreemd vermogen. Namelijk, handels- en overige verplichtingen. Deze post heeft een hoogte van ruim 6 miljard euro. In de Engelse jaarrekening stond wel een uiteenzetting van deze post.
Wij hebben dezelfde berekening ook gemaakt voor SABmiller. Ook bij het berekenen van hun liquiditeit hebben wij gebruik gemaakt van het jaarverslag van 2015. Wij kwamen op het volgende uit:
Current ratio: 4.359.000.000 : 7.332.000.000 = 0,59
Quick ratio: (4.359.000.000 - 1.030.000.000) : 7.332.000.000 = 0,45
Netto werkkapitaal: 4.359.000.000 - 7.332.000.000 = -2.973.000.000
Hieruit blijkt dat de liquiditeit van Heineken beter is, want de current ratio, quick ratio en het netto werkkapitaal zijn hoger dan dat van SABmiller.
Opdracht 3.3
Rentabiliteit geeft de verhouding weer van de gemaakte winst ten opzichte van het
geïnvesteerde vermogen. Met andere woorden: het inkomen en het vermogen waarmee dit
inkomen is verdiend. Voor de continuïteit van een bedrijf moet de winst op lange termijn
voldoende zijn om vermogensverschaffers en aandeelhouders uitkeringen (zoals dividend) te doen.
Deze ratio is daarom vaak erg belangrijk voor aandeelhouders.
Hoe bereken je de rentabiliteit?
U kunt de rentabiliteit van een onderneming op drie manieren berekenen: rentabiliteit van het totale
vermogen (RTV), rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) en rentabiliteit van het vreemde vermogen (RVV).
De formules zijn achtereenvolgend:
RTV: (bedrijfsresultaat / gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen) x 100%
REV: (winst na aftrek van interest en belastingen / gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen) x 100%
RVV: (betaalde interest / gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen) x 100%
Het is de uitdaging om een zo laag mogelijk RVV te bereiken, want hoe goedkoper vreemd vermogen wordt aangetrokken, hoe beter.
Daarnaast streeft een bedrijf naar een zo hoog mogelijk REV. Dit geef juist weer de aantrekkelijkheidsfactor voor aandeelhouders.
Zoals je kunt zien gaat het rentabiliteitspercentage sinds 2013 weer omhoog. Door de stijging van de REV is het dus interessant momenteel voor aandeelhouders om Heineken in de gaten te houden en eventueel te beleggen. Het zal nog wel duren of iets onverwachts nodig hebben om een piek zoals in 2012 te kunnen veroorzaken.
In onderstaande grafiek is de financiële hefboom van Heineken te zien. De financiële hefboom laat zien of er winst wordt gemaakt op het vreemd vermogen. Bij Heineken is dit het geval want alle uitkomsten zijn positief (liggen boven 0).
Activiteiten Heineken
Opdracht 3.4
-
aantal debiteurendagen (gemiddelde krediettermijn in dagen)
-
aantal voorraaddagen (opslagduur van de voorraden in dagen)
- aantal crediteurendagen ( gemiddelde krediettermijn in dagen)
-
omloopsnelheid van het totale vermogen
-
fixed asset turnover
-
werkzaam vermogen/vaste activa
3.4.1 Aantal debiteurendagen
In Nederland is de wettelijke betalingstermijn 30 dagen (mits er contractueel niets is geregeld) en het gemiddelde is 42 dagen.
Het aantal debiteurendagen wordt berekend door het gemiddelde debiteurensaldo te delen door de omzet inclusief belasting en de uitkomst hiervan te vermenigvuldigen met 365 dagen.
Het aantal debiteurendagen zijn sinds 2011 redelijk constant. Heineken zou bijvoorbeeld een korting kunnen verstrekken aan klanten die snel betalen, om deze dagen nog verder naar beneden te brengen.
3.4.2 aantal voorraaddagen
Als we ervan uitgaan dat Ab InBev de norm is, dan scoort Heineken redelijk goed op voorraaddagen (= voorraad / (omzet/365). Met een omlooptijd van 30 dagen in 2015 zit Heineken ongeveer op hetzelfde niveau als voorgaande jaren
3.4.3 aantal crediteurendagen
Het aantal crediteurendagen wordt berekend door het gemiddelde bedrag aan crediteuren te delen door de omzet en de uitkomst hiervan te vermenigvuldigen met 365 dagen. De crediteuren worden bij Heineken tussen 32 en 49 dagen betaald. Er is een negatieve trend te zien in de grafiek. Heineken doet er steeds langer over om de crediteuren te betalen. Voor een bedrijf is het financieel voordelig om op de uiterste datum te betalen, omdat het geld dan langer in de onderneming blijft en er rente op behaald kan worden.
3.4.4 omloopsnelheid van het totale vermogen
De omloopsnelheid van het totale vermogen geeft de verhouding weer tussen de omzet en het gemiddeld geïnvesteerde vermogen dat gebruikt is om deze omzet te realiseren. Om dit uit te rekenen deelt men de omzet door het gemiddeld geïnvesteerde totale vermogen. Als de omloopsnelheid hoog is betekent dit meestal dat het goed gaat met de onderneming.
De omloopsnelheid van het totale vermogen is na 2011 gedaald en blijven hangen rond de 0,55. Het kan zijn dat Heineken in het jaar 2011 dus een investering heeft gedaan waardoor de omloopsnelheid omlaag is gegaan.
3.4.4 fixed asset turnover
Fixed asset turnover wordt berekent door de omzet de delen door de vaste activa. Dit kengetal is belangrijk voor de onderneming want het geeft een beeld over de kapitaalintensiteit van de onderneming.
Er zijn twee trends te zien bij Heineken. De eerste trend is dat de omzet sinds 2011 toch wel is toegenomen en tegelijkertijd de fixed asset turnover niet is gestegen. Dit kan alleen maar door de tweede trend komen, namelijk een stijging in de investeringen van Heineken. In de afgelopen jaren zijn de vaste activa flink toegenomen in het bedrijf, waardoor de asset turnover dus niet stijgt.
Werknemerskengetallen
Opdracht 3.5
Heineken is natuurlijk niet Heineken zonder haar werknemers. Daarom is het ook van belang dat er een paar kengetallen over de werknemers uiteen worden gezet. Deze zijn als volgt:
-
aantal werknemers in fulltime-equivalenten
-
omzet per werknemer
-
toegevoegde waarde per werknemer
-
kosten per werknemer
-
nettowinst per werknemer
3.5.1 aantal werknemers in fulltime-equivalenten
Uit de gegevens hierboven valt de halen dat in 2013 Heineken piekte qua werknemers in FTE. Het aantal werknemers daalde echter weer snel en in de volgende onderdelen wordt ook omschreven of dit een positieve invloed heeft gehad op de winst en de resultaten van Heineken.
3.5.2 omzet per werknemer
De omzet per werknemer schommelt niet heel erg. Aan deze getallen valt weinig af te lezen, behalve dat het vrij constant is ieder jaar. Het aantal werknemers is wel een stuk hoger dan in de jaren 2008 tot en met 2011. Dit geeft wel weer aan dat de omzet ongeveer gelijk groeit met het aantal werknemers. De arbeidsproductiviteit daarentegen is dus niet gestegen onder de werknemers van Heineken.
3.5.3 toegevoegde waarde per werknemer
De toegevoegde waarde per werknemer is in de bovenstaande tabel afgebeeld. Dit kengetal laat per werknemer zien welke waarde het personeelslid het product heeft bijgebracht tijdens zijn of haar werkzaamheden. De toegevoegde waarde is sinds 2006 met ongeveer € 25.000 per werknemer gestegen. 2012 was een topjaar als je kijkt naar de toegevoegde waarde per werknemer. Hierna zakte het weer en in 2015 steeg de toegevoegde waarde per werknemer naar zijn hoogste punt.
3.5.4 Kosten per werknemers
De personeelskosten bedragen 3322 miljoen in het jaar 2015. Als we dit delen door het aantal werknemers in het jaar 2015, namelijk 73767 medewerkers, krijgen we een gemiddelde van 45033 euro per werknemer.
Als we dit vergelijken met bijvoorbeeld het jaar 2012 komt het volgende resultaat.
3037 miljoen/76.191 = 39860.
De kosten per werknemer zijn in de loop der jaren dus gestegen.
Deze kosten kunnen onder andere worden verklaard door de stijgingen van het salaris in het algemeen en stijgingen vanaf 2011 in de top van Heineken.
3.5.5 Nettowinst per werknemer.
In de tabel hieronder is de nettowinst per werknemer over de periode 2012 – 2015 af te lezen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de nettowinst per werknemer na het jaar 2012 een dip hebben gehad, maar dat de cijfers zich al snel herstelden. Vanaf 2014 is de nettowinst en de nettowinst per werknemer weer toegenomen, namelijk van € 16.853 in 2013 naar € 29.024 in 2015. Deze stijging duidt op een goede ontwikkeling voor Heineken. Concluderend kunnen we stellen dat Heineken erin geslaagd is om meer te doen met relatief minder mensen.
DuPont Heineken
Opdracht 3.7
Beleggingskengetallen
Opdracht 3.8
Een kengetal of financiële ratio is een verhoudingsgetal dat is samengesteld uit de (gepubliceerde) jaarrekeningen en bestaat uit louter financieel-economische gegevens.
1. Winst per aandeel:
Winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst te delen door het aantal aandelen.
Nettowinst 2015 = 1.892.000.000,
Aantal aandelen = 572.292.000
Geplaatste aantal aandelen = 922.000.000
Nominale waarde = 922.000.000/ 572.292.000 = € 1,60
Winst per aandeel = 1.892.000.000/572.292.000 = €3,31
In de tabel hieronder is de winst per aandeel van Heineken voor de jaren 2011 tot en met 2015 terug te zien. Deze is redelijk stabiel, met uitzondering van 2012.
2. Dividend per aandeel:
Het dividend is 1,30 per aandeel. Zoals hieronder te zien in de grafiek.
3. Cashflow per aandeel:
Aantal aandelen = 572.292.000
Winst per aandeel = 3,31
Afschrijvingen 2015 = 1.594.000.000
Afschrijvingen per aandeel = 1.594.000.000/572.292.000= € 2,73
Cashflow = 2,73 + 3,31 = 6,04
4. Intrinsieke waarde per aandeel:
Aantal aandelen = 572.292.000
Eigen vermogen = 13.535.000.000
Intrinsieke waarde = 13.535.000.000 /572.292.000 = € 23,65
5. Pay-outratio:
Nettowinst na belasting = 1.892.000.000
Dividend= 1,30 * 572.292.000 = 743.979.600
Pay-outratio = 743.979.600/1.892.000.000 * 100 = 39,32 %
6. Koers-winstverhouding:
Koers einde boekjaar: 78,77 WPA = 3,31
De koers-winstverhouding is een kengetal waarbij de koers van het aandeel wordt gedeeld door de winst per aandeel.
Koers-winstverhouding = 78,77 / 3,31 = 23,8
7. Koers-intrinsiekewaardeverhouding:
De koers-intrinsiekewaardeverhouding is een kengetal waarbij de koers van het aandeel wordt gedeeld door de intrinsieke waarde per aandeel.
Koers-intrinsiekewaardeverhouding = 78,77/ 23,65 = 3,33
8. Dividendrendement:
Dividend 2015 = € 1,30
Slotkoers = € 78,77
Dividendrendement = 1,30/ 78,77x 100 = 1,65 %
9. Cashflowwinstverhouding:
De cashflowwinstverhouding is de verhouding tussen de cashflow per aandeel en de winst per aandeel.
Cashflow per aandeel = 6,09
WPA= 3,31
Cashflowwinstverhouding = 6,09 / 3,31 = 1.84
10. Winst-koersverhouding:
De winst-koersverhouding is een kengetal waarbij de winst per aandeel wordt gedeeld door de koers.
WPA= 3,31
Koers einde boekjaar = 78,77
Winst-koersverhouding = 3,31/78,77 x 100 = 4,2%
11. Altman’s Z-score
De Altman’s Z-score geeft met een kengetal de waardering van de financiële gezondheidstoestand van Heineken weer.
In 2011 had Heineken een sterke groei van het groep biervolume (11 procent) en de opbrengsten (6,1 procent) gerealiseerd. Dit resultaat had een bijdrage geleverd aan vergrote van de wereldwijde marktaandeel van Heineken. De omzet van Heineken bedroeg in 2011; 17.187 miljoen euro.
Aan het begin van 2011 heeft Heineken besloten om de belangrijkste aandachtsgebieden, zoals kostenbeheersing en kasstromen te verschuiven naar omzetgroei. Door middel van hogere opbrengsten en een grotere marktaandeel kan de winstgevendheid van de organisatie blijvend groeien.
De nettowinst van Heineken bedroeg in 2011;1.430 miljoen euro. Bovendien heeft Heineken besloten om te investeringen in commerciële activiteiten om de omzetgroei te stimuleren.
Bron:
http://www.jaarverslag.com/assets/reports/JaarverslagCOM_Heineken_Jaarverslag_2011.pdf
ExcelAnalyseModel_Heineken_2015
In 2012 heeft Heineken een omzet van; 19.893 miljoen euro geboekt en de nettowinst bedroeg; 2.949 miljoen euro. De autonome groei van de opbrengsten met 3,9 procent was een gevolg van de groei in vier regio’s: Centraal- en Oost-Europa, Afrika en het Midden-Oosten, Azië-Pacific en Noord- en Zuid-Amerika. In alle regio’s is het marktaandeel gegroeid. Het Heineken merk presteerde met een volumegroei van 6,1 procent beter dan de markt als geheel.
Bron:
http://www.jaarverslag.com/assets/reports/JaarverslagCOM_Heineken_Jaarverslag_2012.pdf
ExcelAnalyseModel_Heineken_2015
In 2013 heeft de gedisciplineerde kostenbeheersing geleid tot een hogere omzet per hectoliter en vergroting van de operationele winstmarge. De omzet bedroeg in 2013; 19.429 miljoen euro.
De groepsomzet groeide met 0,1 procent waarbij een lager volume werd gecompenseerd door hogere prijzen en een positieve omzetmix, met als gevolg dat de groepsomzet per hectoliter met 2,7 procent is gegroeid.
Het groepje biervolume daalde met 2,7 procent, doordat broze economische omstandigheden, hogere accijnzen en andere ongunstige ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Bovendien heeft dit tot een lagere consumentenbestedingen in Europa geleid.
Daarnaast werd de volumeontwikkeling in belangrijke opkomende markten gehinderd door tragere economische groei en maatschappelijke onrust. In de tweede helft van het jaar groeide de groepsomzet met 0,8 procent ten gevolge van verbeterde marktomstandigheden in West-Europa en verscheidene belangrijke markten in de regio Noord- en Zuid-Amerika en de regio Afrika Midden-Oosten.
De nettowinst bedroeg in 2013; 1.364 miljoen euro. De operationele winst van de groep groeide met 0,6 procent, doordat de positieve effecten van hogere omzetten en TCM2-kostenbesparingen gedeeltelijk teniet werden gedaan door hogere inkoopkosten.
Bron:
http://www.jaarverslag.com/assets/reports/JaarverslagCOM_Heineken_Jaarverslag_2013.pdf
ExcelAnalyseModel_Heineken_2015
2014 was een goed jaar voor Heineken. De organisatie heeft consumenten over de hele wereld verschaft. Hierdoor is de omzet met 3.3% gegroeid en de winst is met 7,8% gegroeid t.o.v. 2013.
De omzet en winst bedroeg in 2014; 19.350 miljoen euro en 1.516 miljoen euro
Deze resultaten zijn te danken aan het succes van de strategie van Heineken. De organisatie blijft investeren in hun merkenportfolio en zij hebben de uitvoering van hun commerciële processen essentieel verbeterd.
Bron:
http://www.jaarverslag.com/assets/reports/JaarverslagCOM_Heineken_Jaarverslag_2014.pdf
ExcelAnalyseModel_Heineken_2015
Het jaar 2015 was een belangrijke jaar voor Heineken. De organisatie heeft belangrijke vorderingen gemaakt bij het overwinnen van sommige technische, kosten-gerelateerd en wettelijke belemmeringen van hun wereldwijde bedrijven.
Heineken heeft de verkrijgbaarheid van hun producten uitgebreid tot 71 markten. Tevens heeft de organisatie voor het eerst meer dan 1 miljoen hectoliter verkocht buiten de Verenigde Koninkrijk.
In Nigeria, Bulgarije en Singapore maken de consumenten kennis met de nieuwe smaak ‘cider’. Overigens is de Britse markt weer aan het groeien mede dankzij aan de nieuwe smaakinnovaties en investeringen in het cider segment.
De omzet in 2015 bedroeg; 20.922 miljoen euro, 9.2 procent van de omzet was afkomstig van innovaties. De nettowinst van Heineken bedroeg in 2015; 1.892 miljoen euro. Door middel van expertise en focus heeft Heineken kunnen profiteren van de toenemende vraag naar producten met een verlaagd alcoholgehalte.
Bron:
https://heineken.memorix.nl/issue/JVS/2015-01-01/edition/null/page/4?query=
ExcelAnalyseModel_Heineken_2015
Heineken heeft een wereldwijd distributienetwerk en beschikt over 125 brouwerijen in meer dan 70 landen. De Heineken Groep brouwt en verkoopt meer dan 200 merken bier en cider. Van de 125 miljoen hectoliter bier dat wordt verkocht door Heineken, wordt er 14% geproduceerd door Heineken Netherlands Supply (HNS), bestaande uit 3 brouwerijen. In de 3 brouwerijen worden meer dan 900 drank geproduceerd via 30 productielijnen en wordt verkocht in meer dan 150 landen. Hieronder staat de meest recente distributieschema van Heineken.
Volgens het bureau Datling dat data verzamelt over de markten van eten en drinken, daalde in 2014 het distributieaandeel van Heineken met 4 procentpunt naar 34%. Bovendien heeft Heineken een hoger aandeel dan 30% in 8 provincies.
Van de meeste bekende biermerken heeft Heineken het grootste aandeel in Noord- Brabant, namelijk 20,1%, daarna Bavaria en Jupiler met 19,1% en 15,9. In Limburg doet Heineken redelijk slecht met 12,2%. Het merk Brand scoort in tegendeel met 26% en de overige biermerken met 31,4%.
In Overijssel overtreft Grolsch 43,9% met Heineken 24,6%. Heineken scoort in Drenthe met 28.1% in vergelijking met het merk Hertog Jan 17,5% en Grolsch 14,5%
Bron: NRCQ.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb